De lederen rok

Ooit bracht ik mijn mooie bruine leren rokje naar de kleermaker omdat de rits kapot was. Dat is om precies te zijn zeven maanden geleden. Het bijbehorende bonnetje waarmee ik de rok een paar dagen later weer kon ophalen raakte uiteraard kwijt en ik liet het voor wat het was. Week in week uit fietste ik langs de kleermaker. In het begin ging er nog een belletje rinkelen. 'Maaike, je moettoch echt eens naar binnen stappen en vragen naar dat rokje'. Maar die belletjes werden steeds sporadischer en de laatste weken fietste ik zonder op of om te kijken langs de kleermaker.

Tot het 2012 was en mijn kledingrantsoen begon. Ineens kwam ik op het lumineuze idee om dat jasje dat al heel lang stuk was eens te laten maken. Bij de kleermaker. Die kleermaker. En toen ik er toch was vroeg ik meteen of er toevallig nog een bruin leren rokje hing. De man stond op, liep naar het rek en ja hoor, daar was hij. Mijn mooie leren rokkie, met nieuwe rits en al. 'Eigenlijk is het een heel kek rokje', dacht ik toen ik het ding weer in handen had. Een veel te leuk rokje om zomaar maanden bij de kleermaker te laten hangen. Gewoon omdat ik te lui was om binnen te stappen. Gewoon omdat ik thuis nog twintig andere rokjes in de kast heb liggen. Gewoon schandalig eigenlijk.