Alles kan kapot

Alles kan kapot. Daar ben ik me de afgelopen twee maanden extra van bewust geworden.

Natuurlijk is het heel dapper van mij, om als kleding verslaafde een jaar lang niets te kopen. Maar dat ga ik ook alleen maar volhouden omdat ik (eigenlijk) meer dan genoeg kleding heb. Kleding die bij voorkeur dus niet kapot moet gaan. Want hoe meer er kapot gaat, hoe minder kleding ik over houd om me het komende jaar in te hullen. Maar er is de afgelopen twee en een have maand al meer kapot gegaan dan me lief is. Voorheen spurtte ik bij het eerste beste gaatje in mijn panty op de fiets naar de winkel om een nieuwe te scoren. Uiteraard zag ik op de panty-afdeling nog veel meer gave exemplaren en fietste ik niet met één, maar met zeker vier nieuwe panty's terug naar huis. Oh ja, en met een kleurig bloesje en een legging die ik onderweg naar de kassa ook nog tegenkwam.

Maar nu dus niet. Allereerst was er mijn joggingtrui. Dat lelijke rood-witte ding dat het alleen goed deed tussen de kale bomen in het park. Maar die me wel lekker warm hield deze horrorwinter. Joggen in een jas is immers ook wat onpraktisch. Enfin, de rits van mijn zeer gewaardeerde jogtui is kapot. Dat is erg lastig, want daarmee verliest de trui meteen zijn nut. In de winter met een open trui rennen is niet verstandig. In de lente en zomer is de trui overbodig. Dus de joggingtrui heeft afgedaan.

Volgende slachtoffer was de rits van de blauwe winterjas. Dat ding met die heerlijke kraag. Een jas die ik ooit voor twintig euro in de uitverkoop kocht maar die aangenaam veel warmte bood voor de euro's waarvoor ik 'm kocht. Natuurlijk kan ik er een nieuwe rits in laten zetten, maar dat gaat net zoveel kosten als de hele jas bij elkaar was.

Ook een blauwe trui heeft ineens een enorm gat op de schouder. Net als mijn Zara-jasje, waar een enorm gat prijkt ter hoogte van mijn oksel. En dit weekend ontdekte ik dat mijn enige zwarte panty kookgaten van een schrikbarende orde vertoont. Alles gaat kapot. Vooral in mijn klerenkast...