Eind goed al goed?

En dan is nu het grote moment aangebroken. Het moment om het van de daken te schreeuwen, de loftrompet te blazen en een rondedansje met mezelf te maken. Want, lieve lezers, ik heb het volbracht. Ik heb een heeel jaar lang, géén kleding gekocht (nee, nee, een muts is geen kleding, dat is een accessoire).
Toen ik een jaar geleden mijn voornemen kenbaar maakte, lachte iedereen me uit. Niemand, m’n collega’s niet, familie niet, vriendinnen en zelfs mijn vriend niet, dachten dat ik het zou gaan redden. Ik, de grote kledingverslaafde, een jaar lang helemaal niks kopen? Kom nou. Eén iemand geloofde wel in mij, vriendin A. Of eigenlijk twee, ikzelf namelijk ook.

Maar het hielp wel, al die mensen die niet in mij geloofden. Sterker nog, het was een extra stimulans. ‘Ik zal ze eens een poepie laten ruiken’, heb ik van meet af aan gedacht. Jullie denken dat ik het niet kan?? Dan moeten jullie eens opletten!
Dat het, zeker in het begin, erg moeilijk was, zal ik niet ontkennen. Verslaafden mensen krijgen bij geheelonthouding last van afkickverschijnselen. Zo ook ik. Ik vermeed de kledingwinkels angstvallig, maar zag op straat tientallen items bij andere vrouwen, die ik echt moest hebben. Ik begon zelfs te dromen over kleren kopen. Zelfs in supermarkten werd ik geconfronteerd met kleding en ook op internet werd ik op facebook achtervolgd door allerlei schoenen en jurkjes van Zalando, die ongevraagd dagelijks in de zijbalk voorbij kwamen om mij te plagen. Uitzonderlijk moeilijk was het in Londen en Italië, waar de talloze boetiekjes met de meest geweldige kledingjuweeltjes mijn aandacht probeerden te trekken en waar ik spontaan begonnen te zweten van de onderdrukte koopdrang.

Maar, eerlijk is eerlijk, na een maand of drie werd het rustig in mijn hoofd. Toen ging de voorheen immer razende kledingstorm in mijn hoofd liggen. En er daalde een vredige rust in mijn hoofd neer. Ik hoefde niet meer zo nodig. Tuurlijk, als ik voor een boodschap in de stad was en ik keek met een schuin oog naar de etalages, zag ik best wel eens wat moois hangen. Maar de drang om naar binnen te gaan was verdwenen. Wonderbaarlijk. En zo begon ik heel langzaam te wennen aan mijn shoploze bestaan. Ik hield zeeën van tijd over om andere leuke dingen te doen en begon ook de inhoud van mijn eigen kledingkast steeds meer te waarderen.

Dus als iemand mij nu vraagt of ik wat geleerd heb van een jaar niet winkelen, dan moet ik dat bevestigen. Hoewel ik het wel wist, heb ik het nu ook ervaren dat ik meer dan genoeg kleding heb om er een heel jaar lang anders bij te lopen. Altijd maar iets nieuws moeten, is ook een last. Ik heb geleerd tevreden te zijn met wat ik heb. Nee, ik heb nog geen okergele pumps nee, en geen los kraagje en geen lange rok tot op de grond, maar so what?? Je wordt heus niet gelukkiger of mooier als je die dingen wel hebt.

Inmiddels begin ik zelf haast te kokhalzen van al deze morele wijsheden, dus is het tijd om af te ronden. Maar niet voor ik u allen deelgenoot maak van een aantal schokkende cijfers. De laatste week van december ruimde ik mijn zomerkleding uit en hing de winterkleding in de kast. Een mooie gelegenheid om eens precies te tellen hoeveel ik nu eigenlijk heb. Hou je vast….

91 jurkjes
25 spijkerbroeken
26 andersoortige broeken
60 T-shirts
26 T-shirts met lange mouwen
14 blouses met lange mouw
7 blouses met korte mouw
20 korte broeken
22 rokjes
18 dunne truien
30 dikke truien
3 trainingsjasjes
12 nette jasjes
11 bolero’s
7 hesjes
5 jumpsuits
(en dan heb ik het nnog niet over de 32 kledingstukken die ik dit jaar heb weggegooid of weggegeven)

En ik weet wat u allen nu hardop denkt….die Maaike zou best nog een jaar doorkunnen….
NEEEEEEEEEEEEEEEEE