Oops I did it again....




,,Neeeee meisje, dit is de grenzen opzoeken. Dit kan niet, echt niet!” Collega M. kijkt me streng aan en schudt met haar hoofd. Ook collega J. is erbij komen staan en gooit nog een duit in het zakje. ,,Nee, ik vind dit ook gevaarlijk hoor. Absoluut een gele kaart.’’ Met fronsen in hun voorhoofd kijken ze naar mijn arm, waar een spiksplinterwit horloge blinkt van nieuwigheid. Gekocht van mijn vakantiegeld. ,,Onzin, sieraden en accessoires zijn geen kleding’’, werp ik tegen. ,,Ik koop ook al geen schoenen en tassen, maar sieraden vind ik wat anders.’’

De dag ervoor had ik verlekkerd in de winkel gestaan, al weken verheugde ik met op het feit dat weer iets moois zou kopen voor mezelf. Een wit horloge moest het worden, zodat mijn bruine zomertintje nog beter uit zou komen. Er waren twee horloges die me meer dan aanstonden, maar ik kon niet kiezen. Van de een vond ik de vorm leuker, van de andere het doorzichtige binnenwerk. Ik kon gewoon niet kiezen. Onmogelijk. Met kleding gaat het vaak ook zo. En dan is de oplossing simpel: allebei kopen. En na vijf minuten dralen voor de spiegel met twee horloges om m’n arm dacht ik: fock it, ik koop ze gewoon allebei. Ze waren bovendien allebei uiterst betaalbaar dus daar zou ik geen buil aan vallen. Bovendien heb ik nog maar één horloge. Een bruinig ding dat niet matcht bij vrolijke kleren . Oh nee wacht, ik heb ook nog een oranje plastic horloge, en twee Stamps horloges, maar die kan ik niet aan want die schuren zo. Oh ja, en natuurlijk het roze Hello Kitty horloge nog…nou ja, dat valt nog best mee toch?

Uiterst content stapte ik met mijn nieuwe horloges de winkel uit. Ik had de smaak weer helemaal te pakken. Ik liep richting station, en onderweg passeerde ik tientallen winkeltjes. Leuke winkeltjes. Waar de kledingstukken in de etalage gewoon aan mij zagen dat ik er weer in zat. In de shopmodus. Met uiterste concentratie wist ik de winkels te vermijden en opgelucht kwam ik op het station aan.

Als ik de volgende morgen wakker wordt blijk ik helaas nog steeds volledig in de shopmodus. Ik moet voor werk naar Leiden. Het station is onlangs gerenoveerd en die idioten hebben maar liefst drie kledingwinkels IN het station gebouwd. Waarom moet nou altijd overal in de verleiding worden gebracht, zelfs op een stom station? Maar ik heb haast en laat de winkels links liggen.

Na mijn afspraak moet ik nog even de stad in om een tafelkleed te kopen. Nee, geen kanten kleed dat ik als sexy jurk om me heen kan knopen, wees gerust, gewoon een plastic geval voor de tuintafel. Enfin, wat zie ik even later als ik een steelse blik werp in de etalage van de juwelier op het hoekje? Dé oorbellen. Dé oorbellen die ik al twee jaar zoek. Oorbellen die matchen bij de prachtige ring kreeg van vriendlief, met daarin een labradoriet, een blauwkleurige steen. Afgelopen december kocht ik bij dezelfde ontwerpster als van de ring, ook een ketting met dezelfde steen. Alleen de oorbellen ontbraken nog. En nu lagen ze daar. Blinkend in de zon op mij te wachten.

Ik ging naar binnen, liep linea recta naar de etalage en pakte ze eruit. ,,Deze graag”, zei ik resoluut tegen de kassamevrouw voor ik me zou bedenken. Oorbellen zijn ook geen kleren toch? Wie het daar niet mee eens is moet me maar een gele kaart sturen.